Gonda van der Zwaag maakt beelden van materialen die zij om zich heen vindt zoals horens, takken, botten, skeletjes, schelpen en veren. Ze laat zich door deze materialen leiden en streeft in haar werk naar evenwicht en harmonie. De beelden roepen associaties op met verre culturen en mystieke rituelen doch geven geen invulling en geen antwoord, ze blijven associatief en leven een eigen leven. Soms zijn de beelden humoristisch maar ze kunnen ook confronterend zijn.
Daarnaast zingt Gonda liederen bij haar werk. Beiden gaan over de vergankelijkheid en de dunne scheidslijn tussen leven en dood.