Jos van Gessel gebruikt de tuin bij De Nieuwe Gang als inspiratiebron voor nieuw werk. Met name de hoge coniferenhaag die de tuin voor een deel omringt, werkt voor hem als een romantisch decor. Een romantisch verlangen is kenmerkend in zijn werk. Hij omschrijft dat als volgt: “Niet sentimenteel of zoetsappig, maar een persoonlijke wereld waarin iemand op zoek is en probeert fragmenten zodanig te componeren dat er een totaalbeeld ontstaat waarin je als kijker deelgenoot mag worden van een fragiele poëtische wereld vol verlangens en jongensdromen” In Beuningen laat hij menselijke gestaltes figureren tegen de achtergrond van de haag. Daarnaast is in de Gang een schilderij te zien waarin dit thema binnen terugkomt.